woensdag 6 juni 2012

Montageplan Jashulp



Occupational Performance Proces Model - Fase 1


design for [every]one
Occupational Performance Proces Model – Jashulp


Fase 1
Benoemen, valideren en prioriteren van de problemen en het handelen zoals de cliënt deze ervaart.

1.       Het vaststellen van voor de cliënt belangrijke problemen in het handelen en het prioriteren van de problemen.
Deze informatie werd verkregen vanuit de briefing van het project ‘design for [every]one’
David is iemand die omwille van zijn fysieke beperking volledig afhankelijk is voor zijn verzorging en kledij. Hij heeft aan de B.L. ernstige beperkingen van anteflexie en abductie van de schouder, extensiebeperking van ellebogen met verkorting van de pronatoren. Links beperking in de polsextensie.Door zijn fysieke beperking kan hij niet zelfstandig zijn jas aan/uit doen. Dit frustreert hem enorm en dat weerhoudt hem soms om zich buitenshuis te begeven. Hij woont nu zelfstandig in een nieuw project en moet telkens aanstaanders aanspreken om hulp te bieden bij het aan- en uitdoen van zijn jas. Hij twijfelt soms of zelfstandig wonen wel iets voor hem is, omdat hij telkens hulp moet vragen. De wintermaanden vormen dus een groot probleem. De jas dichtritsen kan hij wel, met wat geduld, lukt het hem. Een cape is geen oplossing, de bediening van zijn scooter zou dan verborgen zijn onder de cape.
Momenteel is enkel de hulp van derden aangewezen om dit uit te voeren. Daar hij nu in een zelfstandig project woont is het soms moeilijk om iemand in de directe omgeving te vinden die hem hierbij kan helpen. Hiervoor telkens opnieuw om hulp vragen frustreert hem enorm. het geeft hem een gevoel van niet zelfstandig te kunnen wonen. David wil graag een hulpmiddel om de jas zelfstandig aan en uit te kunnen doen

2.       Het verkrijgen van een beeld van de cliënt als handelend wezen.
Zie fase 2: Status Preasens volgens het Canadian Model of Occupational Performance

3.       Het vaststellen van de indicatie voor ergotherapie.
David ervaart omwille van zijn fysieke beperking een handelingsprobleem in zijn dagelijkse leven. Het handelingsprobleem belemmert en beperkt zijn zelfstandigheid, met frustratie tot gevolg.
Het is belangrijk om een hulpmiddel te ontwikkelen die David in staat stelt om zijn jas zelfstandig aan en uit te trekken. Op deze manier zal de zelfstandigheid van David bevorderd worden.


Fase 2
Selecteren van één of meerdere theoretische kaders

In functie van het handelingsprobleem die David ervaart worden gegevens verzameld en gerangschikt volgens de functie- en handelingsgebieden. Gegevens werden verzameld door middel van een gesprek met David en  de ‘SF-36 gezondheidstoestand vragenlijst’. Er wordt gebruikt gemaakt van het Canadian Occupational Performance model (COPM) om de gegevens te rangschikken. Op deze manier wordt een beeld gegeven van zijn functioneren op het moment.
Functiegebieden
Fysiek                    D. heeft ernstige beperkingen in de bovenste ledematen:
-       Beperkte anteflexie in beide schoudergewrichten
-       Beperkte abductie in beide schoudergewrichten
-       Beperkte flexie in beide ellebooggewrichten
-       Beperkte handfunctie

D. heeft beperkingen in onderste ledematen:
-       verplaatst zich buitenshuis met een  rolwagen/ elektrische scooter
-       verplaatst zich binnenshuis met  een bureaustoel op wielen
-       verplaatst zich binnenshuis te voet met steunname  aan de handvaten van de rolwagen

Uit vragenlijst SF-36 blijkt:
-       D. heeft de afgelopen 4 weken een lichte lichamelijke pijn gehad
-       D is ernstig beperkt bij: honderd meter lopen, bukken knielen, hurken, één trap lopen, matige inspanningen, forse inspanningen

Cognitief               Geen specifieke informatie beschikbaar

Affectief                Uit vragenlijst SF-36 blijkt :
-       D. de afgelopen 4 weken geen problemen ondervonden heeft ten gevolge van emotionele problemen.
-       D. de afgelopen 4 weken helemaal geen problemen heeft ervaren in de normale omgang met zijn familie,vrienden / buren, activiteiten, of bij activiteiten in groepsverband.
-       D. voelde zich altijd levenslustig en gelukkig
-       D. voelde zich meestal rustig en tevreden
-       D. voelde zich nooit in de put dat niemand hem kon opvrolijken, somber en neerslachtig
-       D. voelde zich soms uitgeput en moe
Handelingsgebieden
Werken                 D. werkt 2 x per week als vrijwilliger in vzw Domeniek Savio instituut te Gits: 1x per week draagt D. de post rond in het instituut, 1 x per week gaat D. rond met cartridges in het instituut.
Uit vragenlijst SF-36 blijkt :
-       heeft de afgelopen 4 weken geen problemen ervaren bij het werk ten gevolge van zijn lichamelijke gezondheid
-       heeft de afgelopen 4 weken geen problemen ervaren bij het werk ten gevolge van emotionele problemen
-       de lichte pijn die D. de afgelopen 4 weken heeft ervaren heeft geen invloed gehad op het werk
Wonen                 D. woont zelfstandig in een aangepaste woning in een woonwijk van 17 sociale woningen of appartementen (Project ‘Vleterwonen’ Gits)

Voor de persoonlijke verzorging is D. bijna volledig afhankelijk van een verpleegkundige (wassen, aankleden, …). Deze komt ’s morgens en ’s avonds. Het toiletbezoek in de aangepaste woning gebeurt zelfstandig met een zelfreinigend toilet. Op verplaatsing gebeurt dit met behulp van een derde.

D. heeft contact met de buren. Hij kan op hen (of hun persoonlijke assistent) rekenen bij problemen ten gevolge van zijn motorische beperking.

D. kan dringende hulp inschakelen door gebruik te maken van zijn personenalarm. In huis is ook een noodomroepsysteem voorzien.

                              Binnenshuis verplaats D. zich met een bureaustoel op wielen tussen de verschillende ruimtes in de woning.

                             D. is volledig afhankelijk van derden om zijn jas aan te doen. Om de jas af te doen is D. afhankelijk van derden (verpleegkundige, buren,…). Wanneer D. geen hulp kan krijgen uit de omgeving laat hij zijn jas aan tot deze hulp wel beschikbaar is. Sosm doet  D. zijn jas af met een zelf ontwikkeld systeem.
       
                              D. is niet tevreden over en neemt daarom deel aan het project ‘DESIGN FOR [EVERY]ONE
                               3 X per week krijgt komt iemand van familiehulp langs voor praktische zaken (Boodschappen, …).
                              
Vrije tijd               D. neemt deel aan de Ronde van Vlaanderen voor personen met een beperking.

D. geeft aan dat hij afhankelijk is van derden om een vb. een bioscoopbezoek te doen. Daarbij kan hij geen beroep doen op familiehulp, een persoonlijke assistent heeft D. niet.

                               D. kan zijn vrijetijdsbesteding invullen, daarbij is hij voor bepaalde zaken steeds afhankelijk voor derden.

                               D. geeft een vriendenkring waarmee hij weg gaat..

 D. heeft een kat, zelf omschrijft hij de kat als een ‘fysieke bezigheid’

Uit vragenlijst SF-36 blijkt :
-       De lichamelijke of emotionele problemen hebben D. de afgelopen 4 weken helemaal niet gehinderd in zijn normale omgang met familie, vrienden/ buren of activiteiten in groepsverband.

-       De lichamelijke problemen hebben D. de afgelopen 4 weken altijd gehinderd bij sociale activiteiten.

Fase 3
Analyseren en vaststellen van componenten van het handelen en condities van de omgeving.

1.       Observatie van het handelen in de natuurlijke context - 23 februari
David is voor het aantrekken van zijn jas volledig afhankelijk van derden. Voor het aftrekken van de jas ontwikkelde hij een eigen methode. Tijdens deze observatie wordt deze methode nagegaan. Op deze manier kunnen belangrijke componenten van het handelen vastgesteld worden, later in het proces kan eventueel gebruik gemaakt worden van reeds gebruikte technieken en/of methoden van David.
-                     verplaatst zich te voet van de ene ruimte naar de andere met steunname aan de rolwagen
o    Verhoogd valrisico tijdens de verplaatsing,
-                      Aangekomen bij de vensterbank zucht David
o    Interpretatie: Grote inspanning na verplaatsing
-                      De bureaustoel vormt een obstakel, David duwt deze weg met 1 hand, met de andere hand neemt hij steun aan de rolwagen
o    Verhoogd valrisico
o    Is David in staat zelfstandig of behulp van steunname aan een object terug recht te staan?
o    Algemene veiligheid
-                  Neemt steun tegen de vensterbank, gaat door de knieën om de ‘kap’ van de jas te fixeren aan de vensterbank. Dit neemt enkele pogingen in beslag. David neemt steunname met zijn rechter hand.
o    Veiligheid
o    Ergonomie
o    Belasting O.L.
o    Verhoogd valrisico
o    Kans op lichamelijke en materiële schade door de vensterbank
o    Belastend
o    Tijdrovend
-                      Na enkele pogingen duwt David zelf zijn enige mogelijkheid tot steunname weg
o    Interpretatie: frustratie, inzicht?
-                  De bewegingsbeperkingen in de B.L. zijn duidelijk observeerbaar: flexie elleboog, abductie en anteflexie schouder, beperkte handfunctie
-                  Na enkele mislukte pogingen zegt David: ‘Natuurlijk, ze staan er op te kijken’
o    Interpretatie: schaamte



2.       Aanvullend onderzoek gericht op meer geïsoleerde aspecten van de persoon of de omgeving die problemen in het handelen kan beïnvloeden.

De ‘SF-36 Gezondheidstoestand vragenlijst ‘ werd afgenomen door Suzan Ghillemyn en beantwoordt door David. Deze vragenlijst wil de gezondheidstoestand in kaart brengen zoals de cliënt deze ervaart.
Samenvatting: Vanuit de vragenlijst kan gesteld worden dat David zijn algemene gezondheid omschrijft als ‘Goed’. Hij ervaart ernstige beperkingen bij het uitvoeren van bezigheden op een doorsnee dag. Tengevolge van zijn lichamelijke  en emotionele gezondheid ervaart David geen beperkingen in zijn werk of andere bezigheden. Ook bij de normale omgang met familie, vrienden, … ondervindt hij helemaal geen problemen. Wel bij de sociale activiteiten heeft David aan altijd gehinderd te zijn (vb. familie bezoeken,..).David heeft aan dat hij de afgelopen 4 weken een lichte lichamelijke pijn had. Deze pijn hinderde hem helemaal niet in het uitvoeren van zijn werk
Er wordt gevraagd of David enkele bewegingen t.h.v. de schouder en de elleboog maximaal wil uitoefenen. Op deze manier worden de bewegingsmogelijkheden in de B.L. in kaart gebracht. Tijdens het ontwikkelen van een hulpmiddel moet rekening gehouden worden met deze maximale bewegingsmogelijkheden. Het is belangrijk dat de bewegingen die David nodig heeft bij het hanteren van het hulpmiddel niet als belastend worden ervaren, daarom is het afgeraden om hem zijn.maximale amplitudo te laten uitvoeren.


3.        Formuleer conclusie
De methode die David op dit moment hanteert is volledig af te raden. Er zijn verscheidene componenten die de veiligheid van David niet waarborgen, er is een verhoogd valrisico. Tevens is deze methode lichamelijk erg belastend. David is het er mee eens dat dit geen goede oplossing is, na de jas op deze manier af te doen, ervaart hij lichamelijk pijn t.h.v. de rug. Wel heeft David aan dat dit momenteel de enige oplossing is om zijn jas zelfstandig uit te trekken.
Echter weegt dit voor David soms niet op tegen het feit dat hij om hulp moet vragen om zijn jas af te doen, het gebeurt dan ook dat David zijn jas aanlaat tot de thuisverpleging ’s avonds langskomt.


Fase 4
Inventariseren en vaststellen van sterke kanten en hulpbronnen.

 Door observatie van David in zijn natuurlijke context kunnen sterke kanten en hulpbronnen gedefinieerd worden.
-          Binnenshuis verplaatst David zich met behulp van een krukje op wieltjes.
-          De woning is voldoende ruim, er is dus plaats constructie te plaatsen.

-          David is niet volledig beperkt in de B.L. en kan minimale bewegingen uitvoeren
-          David heeft de indruk gemotiveerd te zijn om zelfstandig zijn jas aan te trekken
-          David heeft een (beperkte) handfunctie
-          David beschikt de mogelijkheden zijn eigen inbreng te geven in het proces om een hulpmiddel te ontwikkelen

-          De binnenvoering van de jas veroorzaakt weinig wrijving t.o.v. van andere stoffen
-          David beschikt de mogelijkheden zijn eigen inbreng te geven in het proces om een hulpmiddel te ontwikkelen
-          In geval van nood kan David hulp oproepen a.h.v. een personenalarm
-          De woning van David leunt aan 2 andere woningen, en is omringd door een woningengroep
-          ’s Morgens en ’s avond doet David een beroep op een  thuisverpleegster
-          David krijgt bijstand van familiehulp