Fase 2
Selecteren van één of meerdere theoretische kaders
In functie van het handelingsprobleem die David ervaart worden
gegevens verzameld en gerangschikt volgens de functie- en handelingsgebieden.
Gegevens werden verzameld door middel van een gesprek met David en de ‘SF-36 gezondheidstoestand vragenlijst’.
Er wordt gebruikt gemaakt van het Canadian Occupational Performance model
(COPM) om de gegevens te rangschikken. Op deze manier wordt een beeld gegeven
van zijn functioneren op het moment.
Functiegebieden
Fysiek D. heeft ernstige beperkingen in de bovenste
ledematen:
-
Beperkte
anteflexie in beide schoudergewrichten
-
Beperkte
abductie in beide schoudergewrichten
-
Beperkte
flexie in beide ellebooggewrichten
-
Beperkte
handfunctie
D. heeft beperkingen in onderste
ledematen:
-
verplaatst
zich buitenshuis met een rolwagen/
elektrische scooter
-
verplaatst
zich binnenshuis met een bureaustoel op
wielen
-
verplaatst
zich binnenshuis te voet met steunname
aan de handvaten van de rolwagen
Uit vragenlijst SF-36 blijkt:
-
D. heeft de
afgelopen 4 weken een lichte lichamelijke pijn gehad
-
D is ernstig
beperkt bij: honderd meter lopen, bukken knielen, hurken, één trap lopen,
matige inspanningen, forse inspanningen
Cognitief Geen specifieke informatie beschikbaar
Affectief Uit vragenlijst SF-36 blijkt :
-
D. de
afgelopen 4 weken geen problemen ondervonden heeft ten gevolge van emotionele
problemen.
-
D. de
afgelopen 4 weken helemaal geen problemen heeft ervaren in de normale omgang
met zijn familie,vrienden / buren, activiteiten, of bij activiteiten in
groepsverband.
-
D. voelde
zich altijd levenslustig en gelukkig
-
D. voelde
zich meestal rustig en tevreden
-
D. voelde
zich nooit in de put dat niemand hem
kon opvrolijken, somber en neerslachtig
-
D. voelde
zich soms uitgeput en moe
Handelingsgebieden
Werken D. werkt 2 x per week als vrijwilliger in vzw
Domeniek Savio instituut te Gits: 1x per week draagt D. de post rond in het instituut,
1 x per week gaat D. rond met cartridges in het instituut.
Uit vragenlijst SF-36 blijkt :
-
heeft de
afgelopen 4 weken geen problemen ervaren bij het werk ten gevolge van zijn
lichamelijke gezondheid
-
heeft de
afgelopen 4 weken geen problemen ervaren bij het werk ten gevolge van
emotionele problemen
-
de lichte
pijn die D. de afgelopen 4 weken heeft ervaren heeft geen invloed gehad op het
werk
Wonen D. woont
zelfstandig in een aangepaste woning in een woonwijk van 17 sociale woningen of
appartementen (Project ‘Vleterwonen’ Gits)
Voor de persoonlijke verzorging
is D. bijna volledig afhankelijk van een verpleegkundige (wassen, aankleden,
…). Deze komt ’s morgens en ’s avonds. Het toiletbezoek in de aangepaste woning
gebeurt zelfstandig met een zelfreinigend toilet. Op verplaatsing gebeurt dit
met behulp van een derde.
D. heeft contact met de buren.
Hij kan op hen (of hun persoonlijke assistent) rekenen bij problemen ten
gevolge van zijn motorische beperking.
D. kan dringende hulp inschakelen
door gebruik te maken van zijn personenalarm. In huis is ook een
noodomroepsysteem voorzien.
Binnenshuis
verplaats D. zich met een bureaustoel op wielen tussen de verschillende ruimtes
in de woning.
D. is volledig
afhankelijk van derden om zijn jas aan
te doen. Om de jas af te doen is D.
afhankelijk van derden (verpleegkundige, buren,…). Wanneer D. geen hulp kan
krijgen uit de omgeving laat hij zijn jas aan tot deze hulp wel beschikbaar is.
Sosm doet D. zijn jas af met een zelf
ontwikkeld systeem.
D. is niet tevreden over en neemt daarom deel
aan het project ‘DESIGN FOR [EVERY]ONE’
3
X per week krijgt komt iemand van familiehulp langs voor praktische zaken
(Boodschappen, …).
Vrije tijd D. neemt deel aan de Ronde van
Vlaanderen voor personen met een beperking.
D. geeft aan dat hij afhankelijk
is van derden om een vb. een bioscoopbezoek te doen. Daarbij kan hij geen
beroep doen op familiehulp, een persoonlijke assistent heeft D. niet.
D. kan zijn
vrijetijdsbesteding invullen, daarbij is hij voor bepaalde zaken steeds
afhankelijk voor derden.
D. geeft een
vriendenkring waarmee hij weg gaat..
D.
heeft een kat, zelf omschrijft hij de kat als een ‘fysieke bezigheid’
Uit vragenlijst SF-36 blijkt :
-
De
lichamelijke of emotionele problemen hebben D. de afgelopen 4 weken helemaal
niet gehinderd in zijn normale omgang met familie, vrienden/ buren of
activiteiten in groepsverband.
-
De lichamelijke
problemen hebben D. de afgelopen 4 weken altijd gehinderd bij sociale
activiteiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten