woensdag 6 juni 2012


Fase 2
Selecteren van één of meerdere theoretische kaders

In functie van het handelingsprobleem die David ervaart worden gegevens verzameld en gerangschikt volgens de functie- en handelingsgebieden. Gegevens werden verzameld door middel van een gesprek met David en  de ‘SF-36 gezondheidstoestand vragenlijst’. Er wordt gebruikt gemaakt van het Canadian Occupational Performance model (COPM) om de gegevens te rangschikken. Op deze manier wordt een beeld gegeven van zijn functioneren op het moment.
Functiegebieden
Fysiek                    D. heeft ernstige beperkingen in de bovenste ledematen:
-       Beperkte anteflexie in beide schoudergewrichten
-       Beperkte abductie in beide schoudergewrichten
-       Beperkte flexie in beide ellebooggewrichten
-       Beperkte handfunctie

D. heeft beperkingen in onderste ledematen:
-       verplaatst zich buitenshuis met een  rolwagen/ elektrische scooter
-       verplaatst zich binnenshuis met  een bureaustoel op wielen
-       verplaatst zich binnenshuis te voet met steunname  aan de handvaten van de rolwagen

Uit vragenlijst SF-36 blijkt:
-       D. heeft de afgelopen 4 weken een lichte lichamelijke pijn gehad
-       D is ernstig beperkt bij: honderd meter lopen, bukken knielen, hurken, één trap lopen, matige inspanningen, forse inspanningen

Cognitief               Geen specifieke informatie beschikbaar

Affectief                Uit vragenlijst SF-36 blijkt :
-       D. de afgelopen 4 weken geen problemen ondervonden heeft ten gevolge van emotionele problemen.
-       D. de afgelopen 4 weken helemaal geen problemen heeft ervaren in de normale omgang met zijn familie,vrienden / buren, activiteiten, of bij activiteiten in groepsverband.
-       D. voelde zich altijd levenslustig en gelukkig
-       D. voelde zich meestal rustig en tevreden
-       D. voelde zich nooit in de put dat niemand hem kon opvrolijken, somber en neerslachtig
-       D. voelde zich soms uitgeput en moe
Handelingsgebieden
Werken                 D. werkt 2 x per week als vrijwilliger in vzw Domeniek Savio instituut te Gits: 1x per week draagt D. de post rond in het instituut, 1 x per week gaat D. rond met cartridges in het instituut.
Uit vragenlijst SF-36 blijkt :
-       heeft de afgelopen 4 weken geen problemen ervaren bij het werk ten gevolge van zijn lichamelijke gezondheid
-       heeft de afgelopen 4 weken geen problemen ervaren bij het werk ten gevolge van emotionele problemen
-       de lichte pijn die D. de afgelopen 4 weken heeft ervaren heeft geen invloed gehad op het werk
Wonen                 D. woont zelfstandig in een aangepaste woning in een woonwijk van 17 sociale woningen of appartementen (Project ‘Vleterwonen’ Gits)

Voor de persoonlijke verzorging is D. bijna volledig afhankelijk van een verpleegkundige (wassen, aankleden, …). Deze komt ’s morgens en ’s avonds. Het toiletbezoek in de aangepaste woning gebeurt zelfstandig met een zelfreinigend toilet. Op verplaatsing gebeurt dit met behulp van een derde.

D. heeft contact met de buren. Hij kan op hen (of hun persoonlijke assistent) rekenen bij problemen ten gevolge van zijn motorische beperking.

D. kan dringende hulp inschakelen door gebruik te maken van zijn personenalarm. In huis is ook een noodomroepsysteem voorzien.

                              Binnenshuis verplaats D. zich met een bureaustoel op wielen tussen de verschillende ruimtes in de woning.

                             D. is volledig afhankelijk van derden om zijn jas aan te doen. Om de jas af te doen is D. afhankelijk van derden (verpleegkundige, buren,…). Wanneer D. geen hulp kan krijgen uit de omgeving laat hij zijn jas aan tot deze hulp wel beschikbaar is. Sosm doet  D. zijn jas af met een zelf ontwikkeld systeem.
       
                              D. is niet tevreden over en neemt daarom deel aan het project ‘DESIGN FOR [EVERY]ONE
                               3 X per week krijgt komt iemand van familiehulp langs voor praktische zaken (Boodschappen, …).
                              
Vrije tijd               D. neemt deel aan de Ronde van Vlaanderen voor personen met een beperking.

D. geeft aan dat hij afhankelijk is van derden om een vb. een bioscoopbezoek te doen. Daarbij kan hij geen beroep doen op familiehulp, een persoonlijke assistent heeft D. niet.

                               D. kan zijn vrijetijdsbesteding invullen, daarbij is hij voor bepaalde zaken steeds afhankelijk voor derden.

                               D. geeft een vriendenkring waarmee hij weg gaat..

 D. heeft een kat, zelf omschrijft hij de kat als een ‘fysieke bezigheid’

Uit vragenlijst SF-36 blijkt :
-       De lichamelijke of emotionele problemen hebben D. de afgelopen 4 weken helemaal niet gehinderd in zijn normale omgang met familie, vrienden/ buren of activiteiten in groepsverband.

-       De lichamelijke problemen hebben D. de afgelopen 4 weken altijd gehinderd bij sociale activiteiten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten